Maatregelen voorjaarsnota

Er zijn maatregelen die voortvloeien uit de voorjaarsnota. In deze blog zetten wij deze voor u op een rij:

  1. De Vennootschapsbelasting: De schijfgrens wordt verlaagd van € 395.000 naar € 200.000 vanaf 2023. Hierdoor betalen bedrijven eerder het hoge tarief voor de vennootschapsbelasting van 25,8 procent.
  2. Het kabinet houdt rekening met de Box 3 bezwaarmakers. Dus in de begroting is geen rekening gehouden met de mensen die geen bezwaar hebben gemaakt. Als gevolg van het box 3-arrest en de keuze voor de spaarvariant voor alleen bezwaarmakers ontstaat in de inkomstenkant een totale derving van 3,6 miljard euro. Indien later wordt gekozen ook rechtsherstel te bieden aan niet-bezwaarmakers en/of aanvullend rechtsherstel per belastingplichtige door toekenning van tegenbewijs nodig is, zal voor deze aanvullende derving ook aanvullende dekking dienen te worden gevonden staat verder te lezen in in de voorjaarsnota.
  3. In het coalitieakkoord is een maatregel opgenomen om het heffingsvrij vermogen in box 3 in drie stappen te verhogen van 50.650 euro nu naar uiteindelijk circa 80.000 euro. Deze maatregel komt te vervallen. De grens voor het heffingsvrije vermogen blijft € 50.650 per belastingplichtige.
  4. In BOX 2 (inkomen uit aanmerkelijk belang) worden twee schijven geïntroduceerd. De eerste schijf is een basistarief van 26 procent voor de eerste 67.000 euro aan inkomsten per persoon en een tarief van 29,5 procent voor het meerdere. De maatregel leid volgens het kabinet tot een voordeel voor de schatkist, die in mijn beleving zeer optimistisch is.
  5. De DGA dient zichzelf een salaris toe te kennen. Dit salaris dient aan een aantal eisen te voldoen. De doelmatigheidsmarge (1 van die eisen) gaat van 25 procent naar 15 procent. Het loon voor de directeurgrootaandeelhouder (dga) mag 25 procent lager gesteld worden dan het loon dat normaal is voor het niveau en de duur van de arbeid van de dga. Deze marge wordt verlaagd naar 15 procent, waardoor dga’s meer belasting in box 1 gaan betalen.
  6. Afbouw van de algemene heffingskorting. Door deze maatregel gaat, naast het box 1-inkomen, ook het inkomen uit box 2 en 3 meetellen voor de afbouw van de algemene heffingskorting. Hierdoor ontvangen mensen die voornamelijk inkomen hebben in box 2 of 3 een lagere korting op de te betalen belasting. Deze maatregel wordt ingevoerd per
  7. Het tarief voor de overdrachtsbelasting gaat van 9 procent naar 10,1 procent Het tarief van 10,1% geldt niet voor de verkrijging van woningen door mensen die deze zelf langdurig gaan bewonen. De eigen woning blijft dus buiten schot. Beleggers zien in een paar jaren het tarief van 2% naar de huidige 10,1% oplopen.
  8. De hoogte van de AOW-uitkering wordt gekoppeld aan de stapsgewijze verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) met in totaal 7,5 procent in 2025.
  9. Afschaffen IOAOW De inkomensondersteuning AOW (IOAOW) wordt stapsgewijs verlaagd in 2023 en 2024 en afgeschaft vanaf 2025. Hiermee wordt een deel van de uitgaven gedekt van de koppeling van de AOW aan de stapsgewijze verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) per 2023.
  10. Terugdraaien voorgenomen verhoging ouderenkorting Het terugdraaien van de verhoging van de ouderenkorting uit het coalitieakkoord met 376 euro levert 0,6 miljard euro op. Dit raakt ouderen met (hoge) middeninkomens, maar niet de laagste inkomens (zij verzilveren de ouderenkorting niet) en de hoogste inkomens (zij hebben geen recht op ouderenkorting).
  11. Afschaffen Fiscale oudedagsreserve (FOR) De FOR wordt afgeschaft in de vorm van het met ingang van 1 januari 2023 niet meer fiscaal gefaciliteerd mogen opbouwen van de FOR, waarbij de bestaande reeds opgebouwde FOR nog wel op basis van de huidige regels kan worden afgewikkeld. Het pensioen voor de ondernemer wordt dus onmogelijk gemaakt. Dat was al het geval voor het pensioen van de DGA. In plaats daarvan worden gepensioneerden gecompenseerd voor de huidige inflatie. Een ondernemer kan alleen nog pensioen opbouwen door bedragen bij een verzekeringsmaatschappij of bank te stallen.
  12. De onbelaste reiskostenvergoeding wordt 1 jaar naar voren gehaald. De verhoging bedraagt 0,02 cent per kilometer per jaar.

De ondernemer en de DGA draaien met name op voor de rekening als gevolg van de hoge uitgaven door corona en de BOX 3 -uitspraak van de rechter. Verder krijgt een vermogende particulier met hoofdzakelijk vastgoed als belegging het zwaar. De afslag op de WOZ-waarde zorgt ook al voor een hogere belastingdruk in BOX3. Gepensioneerden worden gecompenseerd voor de huidige stijging van de inflatie.

Er is ook al meer bekend over de belastingheffing in BOX 3 in de jaren 2023, 2024 en vanaf 2025. Indien u hierover vragen heeft of meer wil weten, lees dan deze blog of stel uw vraag via het contactformulier.

 

    Contact opnemen

    Benieuwd of uw wensen en doelstellingen financieel haalbaar zijn? Plan direct een vrijblijvend kennismakingsgesprek in.

    Financiële Planning Specialist

    Bronsweg 7

    8211 AL Lelystad