Nieuwe belasting op vermogen – aandelen

Beleggen wordt realistischer belast – maar ook complexer

De nieuwe Wet werkelijk rendement box 3 zorgt voor een forse verandering in de manier waarop beleggingen worden belast. Waar voorheen een fictief rendement werd verondersteld (meestal hoger dan het werkelijke resultaat), wordt vanaf 2028 gekeken naar je daadwerkelijke winst én verlies. Daarmee wordt belastingheffing eerlijker, maar ook ingewikkelder.

Beleggingen zoals aandelen, obligaties, ETF’s en beleggingsfondsen vallen voortaan onder de vermogensaanwasbelasting. Dat betekent: je betaalt belasting over de waardeontwikkeling van je beleggingen, zelfs als je nog niets hebt verkocht.

Wat wordt belast bij beleggingen?

Bij beleggen worden voortaan drie elementen belast:

  1. Dividenden en andere reguliere inkomsten die je hebt ontvangen.

  2. Gerealiseerde koerswinsten, dus winst bij verkoop van beleggingen.

  3. Ongerealiseerde koerswinsten, dus de waardestijging (of -daling) van je beleggingen tussen 1 januari en 31 december van het belastingjaar, ook als je nog niet verkoopt.

Anders gezegd: je betaalt belasting over het verschil in waarde tussen begin en eind van het jaar, plus eventuele dividenden of rente-inkomsten. Heb je een jaarverlies door dalende koersen? Dan kun je dat verrekenen met toekomstige jaren (mits boven de drempel van €500).

Een voorbeeld uit de praktijk

Stel: je begint het jaar met een aandelenportefeuille van €100.000. Eind december is die €110.000 waard. In de tussentijd heb je €2.000 aan dividend ontvangen. Je belastbare inkomen uit beleggen is dan €12.000. Over dat bedrag betaal je 36% belasting, na aftrek van eventuele kosten en het heffingsvrije rendement van €1.800.

Mag je ook kosten aftrekken?

Ja, maar met beperkingen. Alleen kosten die direct verband houden met het verkrijgen of beheren van je beleggingen zijn aftrekbaar. Denk aan vermogensbeheer, administratie en bewaarloon. Niet-aftrekbaar zijn kosten met een privékarakter of gemengd gebruik (zoals literatuur of opleidingen).

Wat verandert er voor passieve beleggers?

Beleggers die aandelen of fondsen langdurig aanhouden (‘buy and hold’) krijgen te maken met een belangrijk verschil: ze kunnen voortaan belasting moeten betalen over koerswinsten die ze nog niet hebben gerealiseerd. Dat kan wringen, zeker als ze geen cashflow hebben om die belasting te betalen. Dit is precies de reden waarom vastgoed juist onder de vermogenswinstbelasting valt (alleen belasting bij verkoop), en niet onder vermogensaanwas.

Wanneer is verliesverrekening mogelijk?

Als je beleggingen minder waard worden, ontstaat er mogelijk een negatief rendement. Dat verlies kun je verrekenen met toekomstige positieve jaren. Daarvoor geldt een drempel van €500. Verliezen onder dat bedrag zijn dus niet verrekenbaar, tenzij je een vermogen boven de toeslaggrens hebt en toch aangifte moet doen.

Wat moet je als belegger nu al doen?

  • Zorg voor een goede administratie van je begin- en eindwaardes per jaar.

  • Bewaar bewijzen van ontvangen dividenden en  met name de betaalde kosten.

  • Controleer of jouw vermogensbeheerder de juiste gegevens zal aanleveren aan de Belastingdienst.

  • Maak een inschatting of je jaarlijks belasting verschuldigd zult zijn — of juist verliesverrekening kunt toepassen.

Tot slot

De nieuwe regels voor beleggen in box 3 zijn een duidelijke stap richting fiscale rechtvaardigheid. Wie veel winst maakt, gaat ook meer belasting betalen. Maar dat betekent ook: wie weinig of zelfs verlies maakt, wordt voortaan wél correct behandeld. Het is een einde aan het tijdperk van fictieve rendementen — en het begin van een belastingaangifte die wérkelijk om je rendement draait.

    Contact opnemen

    Benieuwd of uw wensen en doelstellingen financieel haalbaar zijn? Plan direct een vrijblijvend kennismakingsgesprek in.

    Financiële Planning Specialist

    Bronsweg 7

    8211 AL Lelystad